Slepende melkziekte (acetonemie, ketose) is een ernstige metabole stoornis waarbij er een tekort aan energie (glucose) ontstaat. Dit fenomeen ontstaat wanneer koeien te vet of te mager afkalven en/of wanneer de voederopname te sterk daalt rond het tijdstip van afkalven.
Aan het einde van de droogstand en in het eerste deel van de lactatie stijgt de energiebehoefte van een melkkoe. De dieren kunnen onvoldoende energie opnemen om aan die stijgende behoefte te voldoen. Hierdoor ontstaat er een negatieve energiebalans.
Om dit op te vangen gaat een koe haar eigen vetreserves afbreken en worden er vetzuren vrijgesteld in het bloed. Een hoge concentratie van deze vetzuren in het bloed zorgt wel voor een immuniteitsdaling, is toxisch voor eicellen en draagt bij tot het opblijven van nageboortes. In de lever worden deze vetzuren omgezet naar ketonen. Met dit mechanisme kan een koe kleine tekorten opvangen maar wanneer er teveel ketonen worden gevormd zal de eetlust nog meer afgeremd worden en zullen de tekorten nog verder toenemen, men spreekt dan van ketonemie waarbij er vaak ook een typische ketonengeur waar te nemen is.
De dieren kunnen zichtbaar ziek zijn (slepende melkziekte) maar ook subklinisch (ketose) kan deze ziekte ernstige gevolgen hebben. De langdurige negatieve energiebalans zorgt voor een gedaalde melkproductie, gestegen melkvet en gedaald melkeiwit. Dit tekort aan energie heeft uiteraard ook negatieve gevolgen voor alle andere productieprocessen waarbij de vruchtbaarheid de belangrijkste is.
Indien de negatieve energiebalans te lang aanhoudt zal de leverfunctie ernstig verstoord raken en is er kans op leververvetting. De aanhoudende aanvoer van vetzuren uit de eigen vetreserves zorgt ervoor dat verschillende metabolieten (vooral B-complex vitaminen) in de lever uitgeput raken en de omzetting naar ketonen verloopt niet meer zoals het moet. De vetten zullen op deze manier dan opgestapeld worden in de lever.
Het spreekt voor zich dat hierdoor de leverfunctie ernstig verstoord raakt. De aanmaak van nieuwe suikers word geremd, het ontgiften van het bloed verloopt minder efficiƫnt, de aanmaak van eiwitten is gedaald en de antistoffen productie is geremd. De gevolgen voor de algemene gezondheid zijn dan ook ernstig. Een hoger percentage aan mastitis, klauwproblemen en lebmaagverplaatsingen zijn de belangrijkste neveneffecten. Hierdoor zal ook de vruchtbaarheid enorm achteruit gaan. Gezondheidsproblemen door slepende melkziekte zijn daarom niet te onderschatten.
Het is dus uitermate belangrijk om bij de overgang droogstand-lactatie ervoor te zorgen dat een koe voldoende energie opneemt. Een goede voeding in de droogstand is cruciaal. De conditie van de koeien dient nauwlettend in het oog gehouden te worden en tijdens de lactatie moet er voldoende energierijk en smakelijk voeder voorhanden zijn zodat de koe haar negatieve energiebalans zo klein mogelijk kan houden en deze periode zo kort mogelijk blijft. Het rantsoen moet afgestemd worden op de producties van de koeien en er moet gezorgd worden voor een optimale eiwit- en mineralenvoorziening. Door een preventieve aanpak kan slepende melkziekte voorkomen worden.