De GD heeft onlangs berekend dat het E. coli peritonitis syndroom (EPS) alleen al in de Nederlandse pluimveehouderij voor 3,7 miljoen aan schade veroorzaakt. Oorzaken van de schade zijn de toegenomen sterfte en daardoor verminderde eiproductie, een afname van de slachtopbrengst, toegenomen destructiekosten en de kosten van antibioticabehandelingen. Deze grote jaarlijkse terugkerende schadepost rechtvaardigt investeren in de preventie van EPS.
EPS is een vorm van colibacillose met als belangrijk kenmerk acute sterfte en een hoge mortaliteit, tot wel 10%. Peritonitis (buikvliesontsteking) treedt daarbij op de voorgrond. De aandoening wordt alleen waargenomen bij leggende hennen, waarbij reproductiehennen gevoeliger lijken. In de legsector is de schade voor leghennen geschat op €0,28 per hen en voor ouderdieren op €9,75 per hen. Waarbij in de vleessector de schade varieert van €1,87 per ouderdier tot €10,73 per grootouderdier.
De mate van omgevingsbesmetting met bacteriën lijkt een van de grotere risicofactoren te zijn omdat bacteriële translocatie uit ademhalingsapparaat en maagdarmkanaal potentiële infectieroutes zijn. Daarnaast is ook de gevoeligheid van de gastheer van belang. Gezonde hennen met een goede weerstand zijn bestand tegen natuurlijke blootstelling aan de pathogeen. Echter, wanneer deze weerstand onder druk staat door voeding, omgevings- en stressfactoren kunnen infecties optreden.
Het effect van curatieve behandelingen met antibiotica is vaak teleurstellend en de grote verscheidenheid aan E.coli bacteriën maakt vaccineren lastig. De aanpak van AgroNovo bestaat uit preventieve maatregelen op twee verschillende gebieden. Het optimaliseren van de darmgezondheid om de route via translocatie vanuit de darm in ieder geval te minimaliseren en de weerstand van de dieren te vergroten. Daarnaast is het laag houden van de infectiedruk in de omgeving van belang. Deze maatregelen moeten niet alleen bij de leggende dieren worden toegepast maar reeds starten in de opfok geeft garantie tot succes.
De omgevingsbesmetting met E.coli lijkt een van de grootste risicofactoren op een infectie te zijn. Zo blijkt stof uit kippenstallen 105 tot 106 kve E. coli/gram stof te kunnen bevatten (kve = kolonievormende eenheden). Waarbij E.coli bacteriën vooral onder droge omstandigheden lang in dit stof kunnen overleven. Daarom is het zaak om de infectiecyclus te doorbreken, waarbij nieuwe opgezette dieren niet besmet worden door achtergebleven E.coli. Hygiëne is dus belangrijk om de infectiedruk in de omgeving te verlagen en zo infecties te voorkomen.
AgroNovo heeft een speciaal concept ontwikkeld voor het verlagen van de infectiedruk in de stal. Het concept bestaat uit 3 stappen die ervoor moeten zorgen dat de infectiecyclus van E.coli doorbroken wordt.
Het reinigen met enzymen zorgt ervoor dat de biofilm wordt afgebroken. Biofilm is de beschermlaag van bacteriën zoals E.coli. Reguliere reinigingsmiddelen breken deze biofilm niet of nauwelijks af waardoor er E.coli in de omgeving achter kan blijven.
Bij een besmetting is het van belang om grondig te desinfecteren om zoveel mogelijk E.coli bacteriën te doden. Gebruik hiervoor een oxidatief desinfectiemiddel.
Na reiniging en desinfectie is het zaak om de omgeving te bevolken met goede bacteriën. Op natuurlijk wijze gaan deze goede bacteriën de strijd aan met infectieuze pathogenen zoals E.coli. Door competitieve exclusie krijgen de ziekteverwekkers minder kans om zich te vermenigvuldigen waardoor het risico op infecties wordt verkleind.