Kalverdiarree is het gevolg van een verstoring in de darm. Het evenwicht tussen de opname van vocht en de afgifte van darmsappen wordt verstoord. Hierdoor komen er te grote hoeveelheden vocht bij de ontlasting en ontstaat er diarree bij het kalf. Een darmstoornis resulteert ook in een slechtere vertering en heeft een nadelige invloed op de voederconversie en groei. Verstoring van de darm kan een besmettelijke of niet besmettelijk oorzaak hebben.
Besmettelijke oorzaken bij kalverdiarree zijn ziekteverwekkers zoals:
Niet-besmettelijk oorzaken bij kalverdiarree zijn:
Het grootste deel (70%) van het immuunsysteem hangt samen met het maagdarmkanaal. Daarom speelt de samenstelling en diversiteit van microflora in de darm een belangrijke rol bij de opbouw en het in stand houden van de immuniteit.
Een darmstoornis veroorzaakt een verandering in de samenstelling van de microflora. Dit noemt men dysbiose. Hierdoor verminderd de weerstand en kunnen ziekteverwekkende bacteriën uitgroeien of wordt het kalf gevoeliger voor infecties met andere ziekteverwekkers. Bij een darmstoornis worden ook de vertering en opname van voedingsstoffen negatief beïnvloed. Door deze verstoring kan het darmweefsel beschadigd raken waardoor er meer kans is op infecties en ontstekingen in de darm.
Preventieve maatregelen kunnen op twee verschillende manieren worden genomen. Ten eerste kan men de infectiedruk verlagen. Dit houdt in dat het kalf zo min mogelijk wordt blootgesteld aan infectieuze bacteriën, virussen en parasieten. Ten tweede kan men de immuniteit oftewel de weerstand verhogen zodat het kalf op een natuurlijke manier zich kan beschermen tegen infecties.
Optimale hygiëne is belangrijk om de infectiedruk zo laag mogelijk te houden. Dit begint al in de afkalfstal bij de geboorte van het kalf. De belangrijkste infectiebronnen in een afkalfstal zijn mest, vruchtwater en nageboorte. Deze moeten na iedere afkalving verwijderd worden en het hok moet opnieuw ingestrooid worden. Dit zijn de eerste stappen om kalverdiarree te voorkomen.
Daarna dient het kalf verplaatst te worden naar een schone opgestrooide eenligbox. Deze moet na iedere ronde goed gereinigd en ontsmet worden. Dit geldt ook voor de groepshuisvesting. Streef naar all-in all-out waarbij tijdens leegstand de hokken worden gereinigd en ontsmet.
Naast huisvesting is ook optimale hygiëne bij het verstrekken van melk, voer en water van groot belang. Denk hierbij aan schone materialen zoals spenen en emmers. Deze dienen na gebruik ook gereinigd en ontsmet te worden. Voorkom ook dat het voer en water bevuild raakt met mest.
Op vleeskalverbedrijven geldt precies hetzelfde. Tijdens leegstand dienen de hokken en materialen gereinigd en gedesinfecteerd te worden.
AgroNovo heeft een speciaal concept ontwikkeld voor het verlagen van de infectiedruk in de omgeving. In 3 stappen
In de eerste levensfase is biest voor het kalf van levensbelang om weerstand op te bouwen. Klik hier voor biest adviezen
In een later stadium moet het kalf zelf weerstand gaan opbouwen. Zoals gezegd speelt de samenstelling van microflora in de darm een belangrijke rol bij de opbouw en behoud van de immuniteit.
Fytogenen stimuleren de secretie van spijsverteringssappen, bevorderen de bloedcirculatie, hebben antioxidatieve en antimicrobiële eigenschappen en reduceren gifstoffen in de darm. Iets wat resulteert in een betere darmgezondheid en een hogere immuniteitsstatus.